3 actiepunten om de luchtkwaliteit in uw kantoor te verbeteren
Slechte lucht op kantoor verlaagt de productiviteit en verhoogt het verzuim: "Zieke gebouwen maken mensen ziek". Mogelijke gezondheidsklachten bij medewerkers: zware vermoeidheid, prikkelbaarheid, duizeligheid, misselijkheid, irritatie van de ogen, neusverkoudheid, beklemd gevoel in de borst, meer luchtweginfecties dan normaal, enz. Er is zelfs een naam voor het fenomeen: Sick Building Syndrome. Goede redenen om luchtkwaliteit hoog op uw agenda te zetten als facility manager. In deze blog vindt u 3 haalbare actiepunten.
Dat stof inademen niet gezond is, weet iedereen. Met een goede schoonmaak hebben medewerkers daar ook geen last van. Sick Building Syndrome heeft andere oorzaken:
- Verhoogde CO en CO2.
- Chemische gifstoffen afkomstig van binnen het gebouw, zoals lijmen in meubels, brandvertragers in computers of dampen van printers.
- Chemische gifstoffen afkomstig van buiten het gebouw, zoals uitlaatgassen en fijn stof.
- Biologische verontreiniging, zoals schimmels en virussen.
Toch kunt u als facility manager ook deze verontreinigers te lijf gaan en bijdragen tot een goede luchtkwaliteit op kantoor.
Actiepunt #1 Regelmatig verluchten
Binnen is de lucht meestal slechter dan buiten. Een goede ventilatie is daarom cruciaal om de luchtkwaliteit binnen te verbeteren.
Verluchten doet u door ramen of deuren open te zetten. Om warmteverlies te beperken, kunt u het beste voor een korte tijd ramen of deuren tegenover elkaar helemaal openen. De luchtstroom brengt snel veel schone lucht naar binnen, terwijl de ruimte niet de kans heeft om erg af te koelen. Regelmatig verluchten kan zelfs het energieverbruik doen dalen. Want droge buitenlucht verwarmt gemakkelijker dan vochtige binnenlucht.
Ook in mechanisch geventileerde ruimtes is het zinvol om regelmatig te verluchten.
Actiepunt #2 Ventilatiekanalen laten inspecteren en schoonmaken
Kantoren zijn verplicht uitgerust met een ventilatiesysteem. Die houden de lucht schoon op voorwaarde dat de luchtkanalen schoon zijn. Maar daar wringt soms het schoentje.
We spraken met Dirk Dierckx, directeur van HIS Services gespecialiseerd in industriële schoonmaak en dochterbedrijf van Care.
‘Soms worden wij maar gebeld als werknemers in een kantoor massaal ziek worden,’ zegt Dirk Dierckx. ‘De ventilatiekanalen zijn dan vaak al volledig verstopt.’
‘Onze eerste stap is altijd een inspectie. We meten de luchtkwaliteit en filmen de binnenkant van de luchtkanalen. Voor smalle kanalen hebben we daar een robot voor. Daarna stellen we een actieplan voor en is het aan de klant om te beslissen.’
‘Schoonmaken van luchtkanalen gebeurt altijd buiten de werkuren om overlast te vermijden. De techniek die we toepassen hangt af van het type kanaal. Katoenen luchtkanalen zullen we verwijderen, industrieel laten wassen en terugplaatsen. Dat doen we bijvoorbeeld voor Decathlon in heel België. Grote metalen kanalen krijgen bezoek van een schoonmaker. Voor kleinere metalen kanalen zetten we onze robot in. Die besturen we op afstand met een laptop. Hij kan 360° rond stofzuigen en raakt zelfs door helemaal verstopte kanalen.’
Actiepunt #3 Zorg voor binnenplanten
Planten zuiveren de lucht. Dat weten we intuïtief wel, maar het is ook met studies aangetoond.
- Planten zorgen voor een optimale luchtvochtigheid van 40 tot 60%.
- Planten nemen CO2 op die leidt tot sufheid en hoofdpijn.
- Planten verminderen met 50 tot 70% de giftige vluchtige organische stoffen in de lucht, zoals trichloorethyleen, formaldehyde, benzeen, xyleen en ammoniak.
Minder gekend is dat planten ook stof verminderen met 20%. Ze absorberen zelfs lawaai en verbeteren de akoestische kwaliteit van een kantoor.
Hier zijn 9 soorten die volgens de NASA kampioen zijn in giftige stoffen opnemen:
- lepelplant (spathiphyllum)
- chrysanten (chrysanthemum morifolium)
- drakenbloedboom (dracaena)
- vrouwentongen (sansevieria)
- klimop (hedera helix)
- graslelie (chlorophytum laxum)
- drakenklimop (epipremnum aureum)
- stokpalm (rhapis)
- gerbera
Geeft u straks elke medewerker een plantje om zelf te verzorgen? Of plaatst u de binnenbeplanting toch liever onder facilitair beheer?